Het 'Zonen van Jafeth'-vierluik
over de Hollanders en de slavenhandel in de 17de eeuw.
"Het is nooit prettig om je diepste overtuigingen in hun historische context geplaatst te zien worden." - Kingsley Amis, Engels auteur (1922-1995)
Zonder schepen geen slavenhandel. Schepen spelen een belangrijke rol in de boekenreeks.
De overkoepelende titel ‘Zonen van Jafeth’ omvat een reeks van vier romans over de Hollanders en hun aandeel in de slavenhandel in de 17de eeuw. Vier aangrijpende, los van elkaar staande verhalen tonen een gedetailleerd beeld van het wereldomvattende verschijnsel van deze mensonterende commercie, massaal in praktijk gebracht door Europeanen, Afrikanen, Turken, Moren en Arabieren.
Over het algemeen bestaat bij het grote publiek een buitengewoon versimpeld beeld van de slavenhandel uit die tijd, en dat wordt vaak door (online) media en sommige politiek getinte groeperingen versterkt. De bedoeling van de vier romans is de lezer de context van die tijd te laten zien, om inzicht te geven in de wijdverbreide, bijna geglobaliseerde, door religies en staten geaccepteerde opvattingen over tot slaaf gemaakten in de zeventiende eeuw.
De Hollanders speelden een belangrijke rol in de Trans-Atlantische slavenhandel. Met name de West-Indische Compagnie was tussen grofweg 1660 en 1700 de grootste leverancier aan de Spaanse koloniën in Amerika. Dat neemt niet weg dat zwarte slaven ergens vandaan moesten komen. De Portugese, Hollandse en Engelse factorijen aan de West-Afrikaanse kust konden alleen maar floreren omdat er een gestage aanvoer was vanuit het binnenland. In die zin waren de Afrikanen zelf de allergrootste slavenhandelaren op het wereldtoneel; zij bepaalden immers het aanbod en ‘verkochten’ zowel aan Europeanen (Trans-Atlantisch) als aan Arabieren en Turken (Trans-Sahara).
Slaven waren niet alleen zwart. De grootste angst van passagiers op Europese schepen in die tijd was het gevaar van op de loer liggende Barbarijse kapers. De meest recente schattingen gaan ervan uit, dat tussen de 16de en 19de eeuw zo’n 1,2 miljoen West-Europeanen, waaronder een onbekend aantal Hollanders, zijn beland op de immense slavenmarkten in Noord-Afrika. Onderwijl roofden de Turken (Ottomanen) nog eens 2,5 miljoen mensen uit Oost-Europa.
Een ander minder bekend feit is dat de Hollanders (lees: de VOC) al in het eerste kwart van de 17de eeuw massaal gebruik maakten van slaven uit Azië voor hun plantages. Ten koste van de oorspronkelijke inwoners werden hele eilanden veroverd en ontvolkt. Maar ook hier is de context van die tijd veelomvattender dan we denken: de tot slaaf gemaakten werden bereidwillig aangeleverd door Chinezen, Indiërs en ja, ook door de diverse, soms machtige koninkrijken uit de Indonesische archipel.
In elk van de vier boeken wordt een facet van die deplorabele handel onder de loep genomen: In West-Afrika (Kroesvee), in Algiers (In Barbarije), het Caraïbisch gebied (Asiento) en Indonesië (Banda Neira).
"Het vierluik ‘Zonen van Jafeth’ mag van mij verplichte kost worden op middelbare scholen. Nooit eerder vond ik geschiedenisboeken zo interessant. John Meilink brengt geschiedenis weer tot leven en dat mag hij nog vaak blijven doen!"
Waarom 'Zonen van Jafeth'?
De dronkenschap van Noach, door Giovanni Bellini. Links Cham, in het midden Sem en rechts Jafeth.
Zonen van Jafeth verwijst naar een van de zonen van Noach.
In de tijd waarin de boekenreeks zich afspeelt werd Jafeth gezien als de stamvader der Europeanen (m.a.w.: de blanken). Het geloof in hun superioriteit ten opzichte van andere rassen werd 'gestaafd' door een verhaal in het Oude Testament (Genesis 9:18-29), waarin Noach dronken en naakt in slaap was gevallen. Jafeths broer Cham had zijn vader in die toestand aangetroffen en bespotte hem tegenover zijn broers. Jafeth en diens andere broer Sem bedekten hun vader met een mantel, zonder naar hun naakte vader te hebben gekeken. Jafeth en Sem werden voor deze daad door Noach gezegend, terwijl Cham en zijn nakomelingen werden vervloekt.
De Hollandse protestanten waren tot en met het begin van de 17e eeuw mordicus tegen slavernij. Toen echter de plantages in de Braziliaanse koloniën (veroverd op de Portugezen) om grote aantallen goedkope arbeidskrachten vroegen ging men probleemloos overstag, en rechtvaardiging in de Bijbel werd snel gevonden.
De Coevoordense predikant Johan Picardt verwoordde dit in 1660 als volgt:
'Hierdoor voltrekt zich Noachs voorzegging, dat het Chamsgeslacht in knechtschap zal leven, het nageslacht van Sem in ballingschap en het nageslacht van Jafeth begenadigd is met voorspoed, macht en kennis. Hierin is de scheiding tussen de zwarten, de joden en de blanken verklaard.'
Bron: DBNL.
De moraal in die tijd werd al eeuwenlang bepaald door de kerk. De karakters in de boeken hebben dan ook geen scrupules ten aanzien van slavernij; zij zijn immers Zonen van Jafeth.
* Zowel Kroesvee als In Barbarije zijn opgenomen in de literatuurlijst van de nieuwe Canon van Nederland, venster 'VOC en WIC'.
* Asiento is opgenomen in de bibliotheek van de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed (Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap).
Wat maakt 'Zonen van Jafeth' tot een reeks?
Natuurlijk maakt het gedeelde hoofdthema de vier boeken tot een reeks; ze gaan allemaal over Hollanders en de slavenhandel in de zeventiende eeuw. Maar er is meer. Ieder boek staat weliswaar qua verhaal op zichzelf, je hoeft ze niet allemaal te lezen om ze te begrijpen, maar gecombineerd bieden ze een gedetailleerd inzicht in de maatschappij en de dynamiek van die tijd. Vandaar ook, dat alle boeken op dezelfde manier gepresenteerd en opgebouwd zijn.
De eerste drie romans spelen in nagenoeg dezelfde periode, grofweg van 1675 tot 1688. Alle hoofdrolspelers zijn dus tijdgenoten van elkaar. Ze zouden elkaar kunnen zijn tegengekomen. Sterker nog: veel karakters uit het ene boek hadden net zo goed in een van de andere kunnen voorkomen.
De maatschappij in die tijd bestond veel meer dan nu uit rangen en standen. Die waren vrijwel niet onderling uitwisselbaar. Iedere groep leefde in zijn eigen wereld en de individuen erin hadden elk hun eigen beleving, zeker wat betreft hun betrokkenheid bij de slavernij. Als daders en als slachtoffers, en de slachtoffers waren heus niet alleen zwarte tot slaaf gemaakten.
In de verhalen komen al die mensen voorbij: de predikant, de koopman, de slavenhandelaar, de schipper, de bootsman, de straatarme sloebers vóór de mast (de matrozen), de soldaten en de onaantastbare 'godfathers' uit de koopmanselite. Allemaal zonen van Jafeth in verschillende laagjes. En ieder van hen vecht voor zijn eigen hachje in een dynamische tijd vol oorlog, geweld, wreedheid en gevaar.